Huisarts in opleiding Lisanne Schuller

Aios - praktijkvoorbeeld gezondheidscentrum

Korte lijnen leerzaam

Met stip bovenaan haar lijst pluspunten van het gezondheidscentrum staat ‘korte lijntjes met andere zorgaanbieders’. Huisarts in opleiding Lisanne Schuller: “Je kunt patiënten daardoor makkelijker de juiste zorg bieden. Bovendien zijn die korte lijnen voor mijzelf heel leerzaam.”

Schuller is huisarts in opleiding bij gezondheidscentrum Spechtenkamp in Maarssen en zeer te spreken over het werken in deze setting. Ze roemt de korte lijntjes met de andere zorgaanbieders in het centrum. “Doordat je hen leert kennen en weet wat ze precies doen en waar ze goed in zijn, kun je gerichter verwijzen. Zo kun je patiënten makkelijker de juiste zorg bieden.” Ze somt op: fysiotherapie, verloskunde, diëtisten, podotherapie, maatschappelijk werk, thuiszorg, psychotherapeuten, logopedisten en het consultatiebureau. “En natuurlijk de andere huisartsen en de praktijkondersteuners Jeugd, GGZ en somatiek.” 

Sparren

Schuller: “Heel leuk en leerzaam vind ik dat je heel makkelijk kan sparren over casuïstiek. Gewoon tijdens de koffiemomenten bijvoorbeeld. Van de verschillende zorgverleners krijg je advies vanuit verschillende invalshoeken. Zo kun je als huisarts goed aan je kennis blijven werken. Ik kan me voorstellen dat het in een kleinere praktijk moeilijker is om zo makkelijk adviezen te krijgen.”

Lisanne van der Horst

Waarnemen of loondienst?

Begin volgend jaar studeert ze af en is dus al volop bezig met de vraag hoe ze daarna haar vak gaat uitoefenen. Ze is er nog niet uit. Haar persoonlijke situatie speelt zeker een rol. Zo wil ze in verband met haar jonge gezin niet al te ver reizen. Maar daarnaast zijn er meer vakgerichte overwegingen: “Het grote voordeel van waarnemen is de kans om ervaring op te doen in verschillende praktijken en met verschillende patiëntenpopulaties. Maar het nadeel is dat je geen langdurige patiëntrelatie opbouwt. Terwijl ik juist daarom voor het huisartsenvak heb gekozen.” Hidha’s zijn meer langdurig betrokken bij de praktijk, maar, zegt Schuller, “ook als hidha ben je, net als een waarnemer, niet eindverantwoordelijk voor het medisch beleid in de praktijk of het functioneren van medewerkers.” Ook dat is een punt van overweging.

Eigen patiënten

Uiteindelijk is het hebben van een eigen praktijk in een gezondheidscentrum haar stip op de horizon. “Om alle argumenten die ik al heb genoemd. Korte lijntjes. Sparren met collega’s. En eigen patiënten met wie ik een band kan opbouwen.” Daar komt bij dat gezondheidscentra de toekomst hebben, vermoedt Schuller. Om de gewenste zorg op maat te leveren komt samenwerking met andere zorgaanbieders en andere disciplines steeds meer centraal te staan in het huisartsenvak. Het gezondheidscentrum is daarvoor een goede vorm.

Wat ook pleit vóór het gezondheidscentrum, besluit ze, is de ruimte om een stukje management op te pakken. “Ik hou het zeker voor mogelijk dat ik in de toekomst, naast de patiëntenzorg, een select deel van het algemeen beleid toevoeg aan mijn verantwoordelijkheden.”

Gezondheidscentra Maarssenbroek (GCM) is gevestigd in Maarssen en heeft twee locaties: GCM Boomstede en GCM Spechtenkamp.

Huisarts Sascha Kuiper

Sascha Kuiper

Eigen patiënten

Huisarts Sascha Kuiper studeerde onlangs af en startte meteen met haar eigen praktijk bij gezondheidscentrum Strijp in Eindhoven.

“Het leuke van het gezondheidscentrum is dat ik hier mijn eigen praktijk heb”, zegt Kuiper. Voor haar betekent dat: eigen patiënten waar ze helemaal zelf verantwoordelijk voor is en die ze goed leert kennen. “Als waarnemer of hidha heb je soms ook een periode dezelfde patiënten, maar dan is er toch altijd nog de eigen huisarts van de patiënt. Hier bij het gezondheidscentrum neem ik echt zelf mijn beslissingen en zet ik zelf het beleid uit wat ik nodig vind. Dat is heel waardevol. Het was een zwaarwegend argument bij mijn keuze.”

Stip op de horizon

Zeker in het laatste jaar van haar opleiding was het met collega’s een belangrijk gespreksonderwerp: wat ga ik doen als ik klaar ben, wat past bij mij? Kuiper: “Als waarnemer kun je op verschillende plekken kijken hoe het je bevalt, dat is een voordeel, maar er zijn ook nadelen.” Je komt als waarnemer ook op plekken die minder bevallen en de wisseling – dan weer hier, dan weer daar – is onrustig, legt ze uit. Aan het begin van haar carrière geeft ze de voorkeur aan een werkplek die past bij haar huidige privésituatie. “Ik heb een heel jong gezin en daar is genoeg dynamiek, voor mijn werk wilde ik een rustige eigen plek.” Daarbij hoort ook dat financieel alles goed geregeld is en er in administratief opzicht het nodige van haar wordt overgenomen.

Op de vraag wat haar stip op de horizon is, zegt Kuiper: “Toen ik begon met de huisartsopleiding was het praktijkhouderschap mijn beeld. Maar nu het gezondheidscentrum op mijn weg is gekomen, kijk ik daar anders tegenaan. Ik kan me nog steeds voorstellen dat ik als de kinderen het huis uit zijn naar een dorp ga en daar opnieuw begin met een solo-praktijk. Maar het kan ook zijn dat ik over vijftien jaar hier op het gezondheidscentrum en in de wijk zó ingeburgerd ben, dat ik gewoon blijf.”

Gezondheidscentrum Strijp is één van elf gezondheidscentra van de Stichting Gezondheidscentra Eindhoven (SGE).

Huisarts Anneke Pahlplatz

Huisarts gezondheidscentrum

Ouderenzorg verder verbeteren

Huisarts Anneke Pahlplatz koos meteen na haar huisartsenopleiding in 2015 voor loondienst in een gezondheidscentrum van Zorggroep Almere: “Ik zocht een plek waar ik naast de patiëntenzorg mezelf verder kan ontwikkelen”, zegt ze daarover. Inmiddels geeft het gezondheidscentrum haar de ruimte om de kaderopleiding eerstelijns ouderengeneeskunde te volgen.

Zorggroep Almere maakt de tweejarige kaderopleiding in tijd en financieel mogelijk. Doordat Pahlplatz binnen het gezondheidscentrum gekoppeld is aan een collega-huisarts, met wie zij haar praktijk deelt, kan zij de opleiding voor de helft in werktijd volgen. Na afronding van de opleiding krijgt ze formeel een aanstelling om voor een aantal uren kaderarts-taken voor de organisatie op zich te nemen.

Pahlplatz: “Als kaderarts eerstelijns ouderengeneeskunde heb ik enerzijds mijn eigen patiënten en ben ik anderzijds ook bezig met de ontwikkeling van zorgpaden in Almere. Met als doel de samenwerking en de kwaliteit van zorg voor ouderen nog verder te verbeteren.”

Verbreding huisartsenvak

Nu al, tijdens haar kaderopleiding, is Pahlplatz betrokken bij het ontwikkelen van een val-poli in haar wijk. Dat doet ze samen met de huisartsen en de fysiotherapeuten van het gezondheidscentrum, de wijkverpleging en het Flevoziekenhuis. Verder werkt ze aan een geriatrisch steunpunt in Almere: “Als huisarts kun je patiënten met een verdenking van dementie doorverwijzen naar verschillende specialisten, denk aan een neuroloog, een specialist ouderengeneeskunde, een geriater. In plaats daarvan willen we één verwijspunt maken, waar deze patiënten gescreend worden. Zo krijgen we deze kwetsbare ouderen beter in beeld en ontstaan er meer samenwerkingsverbanden rond deze specifieke groep.” 

Huisarts gezondheidscentrum

Ook is ze samen met de gemeente betrokken bij (G)oud in Almere om ouderen en welzijnsorganisaties beter met elkaar te verbinden. “Het is belangrijk en heel stimulerend om samenwerkingsstructuren te ontwikkelen. Het geeft een enorme verbreding van het huisartsenvak”, stelt Pahlplatz vast.

Covid-zorghotel

Met het uitbreken van corona ontstond er ook in Almere een groot probleem voor kwetsbare ouderen. Samen met het ziekenhuis, de verpleeghuizen en de huisartsen in de regio ontwikkelde ze in hoog tempo een covid-zorghotel voor ouderen die niet (meer) in het ziekenhuis thuishoren, maar nog onvoldoende hersteld zijn om naar huis te kunnen of mensen die waarschijnlijk gaan overlijden. Pahlplatz: “Bij de Zorggroep Almere zitten we als wijkverpleegkundigen, huisartsen en verpleeghuisartsen allemaal onder één dak. Ik heb me toen pas echt gerealiseerd hoe waardevol dat is. Je kunt op zo’n moment snel schakelen en gebruik maken van elkaars expertise, denk alleen al aan het organiseren van de benodigde ICT. Het was echt fantástisch.”

Huisarts Lisanne van der Horst

Lisanne van der Horst

Van waarnemen naar dienstverband

Lisanne van der Horst is huisarts bij gezondheidscentrum Reigersbos, een van de zes centra van GAZO in Amsterdam Zuidoost. Ze leerde de organisatie kennen tijdens haar opleiding en kwam er terug toen ze in de buurt kwam wonen en zocht naar meer continuïteit. “Ik wilde wat meer rust en balans voor mezelf en voor ons gezin met twee kleine kinderen.”

Zoals veel jonge huisartsen koos Van der Horst na haar opleiding voor het waarnemerschap. Maar na een paar waarnemingen kreeg ze behoefte aan een vaste werkplek. Ze vertelt: “Ik vind het fijn om patiënten echt te leren kennen. Als je steeds op een andere plek zit, blijft het vaak brandjes blussen en daar word ik niet zo gelukkig van. Als je mensen leert kennen, kun je meer de diepte in en wordt je werk interessanter. Daar was ik naar op zoek.” 

Meerwaarde

Ook het multidisciplinaire karakter van het gezondheidscentrum is voor haar een pré. De lijntjes naar de fysiotherapeut, de psycholoog, de apotheek, het lab en de welzijnswerkers samen zijn kort. Je kent de gezichten, zegt Van der Horst. “De drempel voor samenwerking is hier veel lager. We zijn echt een team en leveren samen goede zorg.” Sowieso vindt ze het een meerwaarde om huisartscollega’s te hebben, elke jonge arts loopt immers tegen vragen aan. “Het is fijn om ervaren collega’s te hebben met wie ik even kan sparren, dat houdt me ook scherp.
Lisanne van der Horst

Ruim budget voor nascholing

Ze gaat verder: “Ik ben niet echt een regelneef en dat moet je als vrijgevestigd praktijkhouder gewoon zijn met alle organisatorische en administratieve rompslomp die daarbij komt kijken. Zeker nu de druk op de huisartsenzorg toeneemt vraagt het praktijkhouderschap veel overgave aan je werk. Hier in het gezondheidscentrum verdien ik iets minder. Maar vergis je niet, de startersaftrek stopt na vijf jaar en de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt steeds duurder. Verder heb ik hier geen extra kosten, ook niet voor de dure herregistratie elke vijf jaar, en voor nascholing en abonnementen krijg ik een ruim budget.”

Samen met haar collega’s is Van der Horst verantwoordelijk voor de eigen praktijkvoering. Zo besloten ze vorig jaar om over te stappen naar een 15-minuten spreekuur (in plaats van 10). Ze werkt nu drie dagen per week (met gemiddeld een dag per maand dienst). Dat geeft haar tijd voor haar gezin. Wanneer de kinderen (nu anderhalf en vier) ouder zijn, wil ze zich naast de patiëntenzorg gaan bezig houden met het GAZO-brede beleid. Ze is erg te spreken over de manier waarop GAZO voortdurend streeft naar meer kwaliteit, samen met grote partners zoals het AMC. Ook onderwijs geven en meer vaktechnische verdieping hebben haar interesse.

Wat zou ze jonge huisartsen adviseren? “Dat je moet kijken naar wat bij je past. In welke situatie zit je, wat ambieer je. Wil je overal kijkjes in de keuken dan kun je gaan waarnemen. Maar heb je geen zin in elke dag een andere werkplek en steeds improviseren, dan is loondienst in een gezondheidscentrum een goed en interessant alternatief, omdat je dan het huisartsenvak in de volle breedte beoefend, méér dan als waarnemer.”

Huisarts Tamara van Eerd

Tamara van Eerd

Wat is belangrijk voor mijn patiënt?

Huisarts Tamara van Eerd koos direct na haar opleiding voor het gezondheidscentrum en begon eind 2017 bij SGE Meerhoven, een van de elf locaties van de Stichting Gezondheidscentra Eindhoven (SGE). 

Het centrum in Meerhoven heeft zo’n 11.000 ingeschreven patiënten, verdeeld over zes huisartsen die samen drie duo-praktijken vormen. Elke patiënt heeft twee vaste huisartsen die elk parttime werken en die elkaar kunnen vervangen in geval van scholing, vakanties of ziekte. “Een enkele keer komt het voor dat een van de andere duo’s een patiënt van ons opvangt, bijvoorbeeld als we net een visite rijden en er komt een spoedgeval binnen”, zegt Van Eerd. Het bedrijven van levensloopgeneeskunde vindt ze belangrijk. Wat is in deze fase van zijn leven belangrijk voor een patiënt? Het goed leren kennen van een patiënt en hem of haar over een langere periode volgen, hoort daar onlosmakelijk bij.

Rust

Van Eerd vertelt: “Ik merkte tijdens mijn stages dat er best veel komt kijken als je praktijkhouder bent en dat dat een hoge werkdruk kan geven. Ook waarnemen gaf me een onrustig gevoel. Je bent dan steeds weer op een nieuwe plek met andere manieren van werken, andere collega’s, een ander type wijk. Bovendien moet je natuurlijk steeds alert zijn op een volgende waarneming.” Ze besloot een dag mee te lopen bij SGE en daarna was het pleit beslist: “Hier ervaar ik de rust die ik nodig heb om mezelf als huisarts te ontwikkelen en met plezier te werken”.

Tamara van Eerd

Verbeteren zorgprotocollen

Zoals veel collega’s noemt Van Eerd de multidisciplinaire samenwerking een belangrijk voordeel. Het zorgt ervoor dat patiënten snel op de juiste plek komen, wat de kwaliteit van haar zorgverlening verhoogt. Verder is ze blij met de manager die het ziekteverzuim regelt en facilitaire zaken oplost. Ook het niet verantwoordelijk zijn voor facturen en belastingen ervaart ze als ontzorging. “Mijn drukte komt voort uit patiëntenzorg, niet door organisatorische verplichtingen”, stelt ze vast. Nog een voordeel: haar partner heeft een drukke fulltime baan met veel reistijd en is ook af en toe in het buitenland. Zelf werkt ze vier dagen per week. Daarbij hopen ze straks een gezin te vormen. “Dat zie ik de komende tien, vijftien jaar allemaal niet gecombineerd met het praktijkhouderschap. 

Van Eerd hoort, zegt ze, in haar omgeving wel eens bedenkingen bij werken in loondienst. Het inkomen zou bijvoorbeeld slecht zijn. Ze wijst dan op het forse persoonlijk budget dat zij mag besteden aan onder meer nascholingen, medische literatuur en hulpmiddelen. Ook de reiskostenvergoeding, eindejaarsuitkering en het vakantiegeld tellen mee. Van Eerd: “Ik hoor ook wel dat je niks meer te zeggen hebt over je praktijk, maar ook dat heb ik hier nog niet ervaren. Als huisartsen overleggen we samen over het verbeteren van zorgprotocollen en onze manier van werken. Op dit moment zijn we bezig met LEAN, hoe voorkom je onnodig werk en creëer je meer waarde voor patienten? Ik heb veel zin om ermee aan de slag te gaan!”